Bulgurpilaf met aubergine en walnoten

In de serie Arabisch koken komt dit recept voor als basis voor de uitgebreide maaltijd. Ik zie het als een soort van nasi maar dan van de Arabische keuken.
Bij deze workshop viel het me op dat het eten in alle gevallen zo vers en bijzonder samengesteld is, en de gezonde ingrediënten maken het voor mij zo aantrekkelijk.

Dit gerecht is in dit geval gemaakt met rijst omdat dat ook kan en omdat ik vergeten was de bulgur te kopen... Niettemin is dit om je vingers bij af te likken!!

Voor 4 personen heb je nodig:

2 uien
3 teentjes knoflook
200 ml olijfolie
150 gr paprikapasta
300 gram bulgur (of rijst)
1 aubergine
175 gr walnoten
verse munt
zout en peper naar smaak
voor erbij: dikke yoghurt

Voorbereiding:

Snijd de uien in partjes en de knoflook in vieren.
Verhit de helft van de olie in een grote pan met dikke bodem.
Bak hierin de ui en knoflook op middelhoog vuur in ca. 10 minuten licht goudbruin.
Voeg de paprikapasta toe en bak 2 minuten mee.
Voeg bulghur en zout toe en zoveel water dat de bulghur onder staat.
Laat op een zacht vuur in ca. 15 minuten gaar worden, voeg evt. tussendoor nog wat heet water toe als de bulghur te droog wordt.
Snijdt de aubergine in blokjes en bestrooi met wat zout.

Bereiding:

Verhit de oven voor op de grillstand.
Verhit wat van de rest van de olie in een koekenpan of wok en bak de aubergine in ongeveer 4 porties rondom goudbruin, verhit voor ieder portie opnieuw wat olie.
Laat het uitlekken op keukenpapier.
Rooster de walnoten in de hete oven in 1 minuut goudbruin, laat ze afkoelen en hak ze grof.
Pluk de muntblaadjes en snijd ze met een scherp mes in fijne reepjes.
Meng de pilav (bulghur) met de aubergine blokjes, schep om en verwarm op een heel laag vuur.
Meng de helft van de walnoten en munt erdoor en bestrooi met de rest.
Serveren met schaaltje dikke yoghurt (of yoghurt tahin saus).

De restjes zijn de volgende dag lekker als lunch salade met wat extra verse kruiden en feta.

Paprikapasta is te koop bij de Turkse supermarkt of je maakt het makkelijk zelf.
Voor het recept daarvan is een ander blog, en vind je hier.